Sneek is ontstaan in de 10e eeuw op een hoger gelegen zandige landtong (Sneek = Ter Snake = op landtong) en is tot ontwikkeling gekomen na de aanleg van de zuidelijke dijk van de Hempolder Scherhem. Daar kruiste deze de vaarweg (in oude documenten Magna Fossa, groot kanaal, genoemd) naar het noorden. Deze vaarweg naar het noorden (Geeuw,Sneeker Oudvaart) was nodig geworden omdat de Middelzee door dichtslibbing verloren was gegaan. In 1295 vond in Sneek een grote stadsbrand plaats, waarbij een deel van de stad verloren ging. Sneek verkreeg vanaf de 13e eeuw diverse stadsrechten, die in 1456 officieel werden vastgelegd. Sneek werd daarmee een van de Friese elf steden. Dit was tevens het begin van een bloeiperiode als handelsstad die nog tot circa 1550 zou duren. In 1492 werd met de aanleg van een stadsgracht en stadsmuur begonnen. Vanaf die tijd was Sneek de enige ommuurde stad van Friesland. Van de oude Vestingwerken van Sneek resteren thans nog de Waterpoort en het Bolwerk.